Blog

Een lege stoel in de klas

‘Ik werd er vannacht wakker van en het vloog me naar de keel: je zult de leerkracht van Gino zijn…..Na een lang weekend vrij, komen de kinderen dinsdag weer je klas in. Maar een stoel blijft leeg, De stoel van Gino. Hoe start je je dag? Hoe vertel je de kinderen dat hun klasgenootje, ik noem het maar hoe het is, is vermoord? Hoe bespreek je dat een omgeving waarin kinderen leven en spelen blijkbaar niet veilig genoeg is om te kunnen leven en spelen. Hoe geef je je leerlingen dan toch die veilige basis?’

Dit stukje schreef Esther van der Knaap van Onderwijswereld op social media, en het was raak. Ze verwoordde het gevoel van velen. Wat hoe kun je leerlingen toch de warmte en veiligheid in de klas bieden als je te maken krijg met een ingrijpende gebeurtenis als deze?  Wanneer een stoel leeg blijft. Er is niet één manier, het hangt van zoveel factoren af. En de kinderen in al die klassen die het nieuws ook meekrijgen, of flarden ervan. Hoe geef je dit nieuws, dat collectief beleefd wordt, een plek?

Kompas

In deze blog wil ik een handreiking geven voor leerkrachten die te maken krijgen met het verlies van een kind uit de klas. En ook wil ik inzoomen op de maatschappelijke beleving van een nieuwsbericht: meer kinderen zullen de komende week vertellen over het overlijden van Gino: schroom niet om een kaarsje te branden in de klas. De achtergrondinformatie en tips die ik in deze blog geef, kunnen fungeren als een kompas. Elke situatie is uniek en ik heb zeker niet de absolute wijsheid in pacht. Ik zal aandacht besteden aan wat je als leerkracht kunt doen wanneer een kind uit de klas overlijdt. En hoe voer je een gesprek wanneer kinderen geraakt zijn door het nieuws?  

Extra ontwikkeltaak  

Wanneer een klas te maken krijgt met het overlijden van een leerling, heeft dit grote impact op alle betrokkenen. Kinderen hebben het altijd meteen door als er iemand afwezig is, en nu is het definitief. Bovenop de ontwikkeling die ze doormaken komt een extra ontwikkeltaak, het integreren van dit verlies in hun levensverhaal. Kinderen doen dat op hun eigen wijze manier. En wanneer het over moord gaat, komt hier nog een extra moeilijk aspect bij. Want hoe vertel je dit aan kinderen? En uiteraard is daar ook het verdriet van de hele school, het schoolteam en de ouders.

Waarom doen sommige mensen andere mensen dood?

Lies Scaut bespreekt bovenstaande vraag in haar boek ‘ Dood zijn, is dat voor altijd?’. Ze geeft aan dat dit een van de moeilijkste vragen is om te beantwoorden. Ze beschrijft haar antwoord op de vraag naar het kind toe en misschien kan het jou als leerkracht helpen om het gesprek met de klas aan te gaan. Een gedeelte van het antwoord zal  ik hieronder weergeven:

‘Het is belangrijk om over deze onderwerpen te praten, zodat je er niet bang van wordt. Het is namelijk heel moeilijk te begrijpen waarom sommige mensen anderen door doen, vermoorden dus. Ook worden mensen vermoord door iemand die ziek is in het hoofd. Wat er ook is gebeurd, geen enkele reden is geldig om iemand te vermoorden. Mensen die iemand vermoorden, komen sowieso in de gevangenis terecht voor heel lange tijd. Je kan dit dus niet ongestraft doen.’

Lies Scaut

Gevoelens van onrecht, woede en verdriet

In het document ‘Als een ramp de school treft’ wordt het volgende geschreven.

‘Wanneer een school geconfronteerd wordt met de vermissing van en/of moord op een leerling, is dat erg moeilijk voor leerlingen en docenten. Gevoelens van onrecht, woede en verdriet overheersen dan. En daar komt vaak nog de onrust van een politieonderzoek en nieuwsgierige journalisten bij. Het trekt een zware wissel op een school als de recherche de school binnenkomt, journalisten op het schoolplein staan en de kinderen uit hun doen zijn. Dit vraagt grote, ongewone inspanningen van de teamleden.’

Uit: ‘Als een ramp de school treft’

Gesprek

Het eerste gesprek in de klas. Hoe doe je dat en met wie? Een warme en veilige sfeer hangt vaak af van een vertrouwd gezicht in de klas. Wanneer het gaat om een onderwerp als dit, is het aan te raden met bijvoorbeeld twee personen dit gesprek in de klas te voeren. Het document ‘De leegte in school’, geeft een vijftal fasen weer voor het gesprek. Ik geef deze hieronder weer en heb deze aangepast naar deze specifieke situatie. En ik benadruk nogmaals, het is een richtlijn. Ik kan me voorstellen dat je in het eerste gesprek met de klas niet aan alle elementen toekomt. Schroom niet om dit op te delen gedurende een periode.  De allerbelangrijkste werkwoorden voor jou als leerkracht zijn luisteren en volgen. Jij weet als beste waar jouw klas behoefte aan heeft.

  1. Informatie geven: informeer de leerlingen zo volledig mogelijk over:
  • Wat er precies is gebeurd
  • De dader, en wat er met hem gaat gebeuren

In deze fase kunnen er allerlei vragen komen. Geef zo veel mogelijk eerlijk antwoord, en houd daarmee rekening met de leeftijd van de kinderen. Er kunnen vragen zijn waar geen antwoord voor is op dit moment. Beloof daar later op terug te komen. En bedenk tevens dat de ruimte voor de vragen nog veel belangrijker is dan altijd de goede antwoorden

2. Ervaringen van de leerlingen en de reacties hierop:

  • Geef de leerlingen de gelegenheid om te vertellen wat ze hebben meegemaakt. Dit mag en hoeft niet. Laat ze vooral hun eigen verhaal vertellen en vraag nog niet direct naar emoties en gewaarwordingen.
  • Vragen die kunnen helpen in het op gang brengen van het gesprek:
  • Waar was je toen het gebeurde?
  • Wat deed je toen?
  • Heb je er veel aan gedacht?
  • Wat merkte je nog meer?

Benadruk dat de reacties van de kinderen normaal zijn en horen bij de abnormale uitzonderlijke situatie van het verlies. Let op (zorg)leerlingen. En kinderen die eerdere verliezen hebben meegemaakt. Hoe zijn hun reacties?  Wat neem je waar?

3. Steun van anderen gevraagd/gehad?

  • Wat is er sindsdien gebeurd?
  • Wat hebben ze gedaan nadat ze het slechte nieuws gehoord hadden?
  • Hebben ze er met ouders of anderen over gepraat?
  • Hoe reageerden die personen daarop? Hadden ze daar iets aan?
  • Als ze er niet over gepraat hebben, wat hebben ze dan wel gedaan?
  • Hadden ze daar iets aan?

4. De toekomst: de volgende dagen/weken (en coping strategieën)

  • Vraag de leerlingen hoe ze de komende dagen/weken zien.
  • Hoe zal het voor ze zijn op school/thuis de komende dagen/weken?
  • Zullen hun ouders bezorgd zijn? Hoe zijn ze in het verleden met moeilijke situaties omgegaan?
  • Wat hielp ze door moeilijke of treurige situaties heen?
  • Wat hielp het meest? Kunnen ze dat nu ook gebruiken? Vraag de leerlingen wat volgens hen zou moeten gebeuren/ moet worden gedaan.
  • Maken ze zich zorgen over dingen die geregeld moeten worden ? (Bijvoorbeeld m.b.t. het afscheid)
  • Moet er iets gedaan worden voor de nabestaanden?
  • Willen ze zelf iets doen?

5. Afsluiting: Vertel de leerlingen wat ze de komende dagen/weken kunnen verwachten.

  • Wijs op reacties die zich kunnen voordoen bij henzelf en benadruk dat die normaal zijn. Benadruk ook de uniciteit van rouw. Er is niet een manier. Eenieder gaat hier op zijn eigen manier mee om.
  • Wijs erop dat ze daarbij hulp kunnen vragen en vertel waar, bij wie (in de eerste plaats thuis en op school, zo nodig buiten school).
  • Vertel welke informatie ze nog zullen krijgen.
  • Spreek af wanneer er een tweede gesprek volgt. Het gesprek wordt kort samengevat. Aan de leerlingen wordt gevraagd of ze de samenvatting herkennen. Eventueel kun je de afspraken vastleggen/opschrijven.
  • Visualiseer de komende week eventueel op een tijdlijn met pictogrammen zodat kinderen weten wat er gaat gebeuren op welk moment.

Uitzonderlijke situatie

Bij een uitzonderlijke situatie als deze zal er wellicht ook bijvoorbeeld Slachtofferhulp betrokken zijn. Belangrijk ook om in dit soort situaties de kinderen extra te volgen. Onderzoek laat zien dat nabestaanden van een niet-natuurlijk verlies zoals moord, vaker psychische problemen hebben. Zo beschrijft Mariken Spuij: ‘Kinderen die zoiets in hun nabije omgeving meemaken, hebben bijvoorbeeld vaker last van posttraumatische stressreacties, schuldgevoelens, boosheid en angst.’ Daarbij is het de vraag of deze reacties worden veroorzaakt door het gruwelijke karakter en het plotselinge overlijden, of door de juridische nasleep en de voortdurende media-aandacht. En kinderen hebben zeker ook veerkracht, wel is het belangrijk om te weten dat deze gebeurtenis impact heeft op een ieders levensverhaal: en op het hele schoolleven.

Rouwsleutels

Zoals ik al eerder zei is er geen standaard-formule voor dit soort ingrijpende gebeurtenissen. Maar om het praktisch handelen te stimuleren en om een kapstok te geven voor wat je kunt doen, geef ik graag de ‘Rouwsleutels’ van Manu Keirse mee. Denk aan een sleutelbos met vier sleutels. Elke sleutel geeft aan wat belangrijk is voor kinderen om rouw en verlies te integreren in hun levensverhaal. Volgen is daarbij het werkwoord dat we in acht zouden moeten nemen. Geen standaard oplossingen of smart-geformuleerde doelstellingen. Maar kijken naar wat er is, en iets meer weten over wat belangrijk is bij het integreren van een verlies in het levensverhaal. De vier rouwsleutels zijn:

  1. Luister naar het kind
  2. Geef correcte informatie
  3. Zorg voor warmte en veiligheid
  4. Maak ruimte voor herinneringen

Luister naar het kind

Eerder beschreef ik  verschillende fasen van een gesprek met de klas. In het onderwijs zijn we gewend direct in actie te komen. Dit onderwerp vraagt een andere actiestand van ons. En echt luisteren naar wat de kinderen zeggen, stiltes durven laten vallen, daar zit de kracht. Tevens is het belangrijk om in zicht te hebben welke kinderen in de klas eerdere levensveranderende gebeurtenissen hebben meegemaakt. Dat geeft je de mogelijkheid om kinderen te volgen. Zorg er bijvoorbeeld voor dat je in de eerste periode elke dag start met een kring. Dit wordt een vast moment voor kinderen waarin verhalen gedeeld kunnen worden.

Tip: Start elke dag centraal met een kring: dit geeft herkenbaarheid en een routine. Open dit moment elke dag door het gebruik van verschillende starters. Denk aan een gedicht, filmpje, verhaal, ritueel of werkvorm rondom emoties.

Geef correcte informatie

In de gespreksfasen kwam het belang van correcte en eerlijke informatie aan bod. Uiteraard passend bij de leeftijd van een kind. De behoefte aan informatie zal ook de komende tijd, komende schooljaren, van belang zijn. Kinderen herijken een verlies op verschillende momenten in hun ontwikkeling. Daar komen ook vragen bij aan bod, soms in herhaling.

Tip: Maak een centrale plek waar kinderen vragen op een briefje kunnen schrijven en in een doos of pot kunnen stoppen. De leerkracht weet op deze manier welke vragen er leven in de klas. De leerkracht kan anoniem vragen behandelen.

Zorg voor warmte en veiligheid

School is voor veel kinderen een warme en veilige plek. Waardevol om je als leerkracht af te vragen hoe je in de klas voor een warme en veilige sfeer zorgt. Is dat in de kring tijdens gesprekken, of tijdens het lezen van een verhaal terwijl kinderen met een kussen en knuffel een fijne plek kiezen? Ook kun je hierbij denken aan een symbool of routine die als heel fijn wordt ervaren in de klas. In tijden van verdriet en gemis kun je deze elementen uitvergroten. Op deze manier zorgen ze voor een extra verbindend effect.

Tip: Denk na over welk symbool bij deze klas past? Welke routine wordt extra beleefd door deze klas. Zet deze de komende tijd extra in en verdiep deze elementen.

Maak ruimte voor herinneringen

Wanneer je het woord herinneren leest kun je ook zeggen her-inneren: het opnieuw verinnerlijken van de mooiste herinneringen. Dit proces zorgt ervoor dat het innerlijk nieuwe betekenis krijgt. Een zingevend proces voor de rest van het leven. En een manier om herinneringen een onderdeel te laten zijn in het leven van kinderen.

Tip: Kinderen willen ‘doen’. Vaak komen ze zelf met ideeën. En herinneren is een werkwoord dat grote betrokkenheid vraagt van kinderen. Een klasgenoot die wordt gemist, waarschijnlijk hebben ze heel veel herinneringen die ze willen delen. En hoe je dit vormgeeft, daar zijn heel veel vormen voor. Je kunt inspiratie halen uit het ritueel ‘Gouden herinneringen’.

Maatschappelijke beleving

De maatschappelijk beleving van nieuwsberichten zoals deze, maakt dat in veel klassen dit onderwerp naar voren kan komen. Wanneer je naar jonge kinderen (kleuters) kijkt, kun je als leerkracht bekijken of dit in de grote groep besproken moet worden. Soms is het zo dat een kind naar de leerkracht komt voor een 1-op-1 gesprek, dan leeft het niet in de hele groep. En naar mijn mening hoef je er dan geen expliciete aandacht aan te geven in de grote kring. Anders is het wanneer een kind erover begint in een kringgesprek.

In de hogere groepen zal misschien het Jeugdjournaal bekeken worden en zodoende is de kans groter dat een groot gedeelte van de groep betrokken is bij dit onderwerp. Belangrijk is het om de groep te volgen, waar hebben de kinderen behoefte aan? Je kunt de bovenstaande tips en de rouwsleutels ook hier inzetten. Het is niet gek als een klas aandacht wil besteden aan het overlijden van Gino. Het komt dichtbij in leeftijd en herkenbaarheid. Het lijkt een klein gebaar maar onderschat zeker niet de waarde van een ‘Kaarsje in de klas’. 

Aanvullende gesprekstips voor de hele klas

  • Benadruk de zeldzaamheid van deze gebeurtenissen. Op dit moment is het veel in het nieuws, toch is het goed om ons bewust te zijn van de zeldzaamheid van dit soort gebeurtenissen. Je kunt kinderen niet verzekeren dat het niet gebeurt, wel kun je de uitzonderlijkheid benadrukken. ‘Maak je niet meteen zorgen dat dit ook jou kan overkomen. Moorden zijn eerder uitzonderlijk.’
  • Herinner kinderen eraan dat de meeste mensen goed zijn. Benadruk dat van alle mensen in de wereld, de meeste geen moordenaars zijn.
  • Luister naar de angsten in hun vragen. Wanneer kinderen vragen:’ Zou dat hier kunnen gebeuren? ‘Antwoord dan niet ‘gewoon’ met nee, maar benadruk welke mensen er allemaal aan het werk zijn om onze veiligheid te waarborgen.

Boekentips:

Dood zijn, is dat voor altijd? Lies Scaut. Een boek dat alle vragen die kinderen kunnen stellen, behandelt.

Schooltas vol verdriet, Karin Genijn. Een verhaal over een school die een van haar leerlingen verloor. Met tips en achtergrondinformatie.

Als ik naar de wolken kijk, Jonathan Jetten. Over het verlies van een vriend, met de wolken als symbool.

De klas neemt afscheid. In dit boek neemt de klas afscheid van konijn. In het boek is konijn ziek en gaat na een tijdje dood. Dit verhaal is aan te passen naar de specifieke situatie van de klas. Voor klassen die een klasgenoot moeten missen, is dit boek aan te vragen via deze site. www.deklasneemtafscheid.nl

Ik wil je nooit vergeten, Joanna Rowland. Dit boek biedt handreiking om iemand te herinneren die je nooit meer wilt vergeten. IN te zetten in de onderbouw en middenbouw.

Ik had je nog zoveel willen zeggen, Martine van Nieuwenhuyzen. Een mooi boek dat aandacht besteedt aan wat je nog had willen zeggen tegen een vriend.