Blog

Persoonlijke blog

Tijdens het maken van het Rouwpaspoort dacht ik regelmatig terug aan hoe het voor mij als kind geweest zou zijn om een Rouwpaspoort te ontvangen. Hoe ik me zou voelen, toen en nu, bij een verzameling van mijn veerkracht in een handzaam boekje. Het zou zich vormen tot een persoonlijke collage van mijn levensverhaal.  Hierover nadenken ondersteunde mij in het maken en samenstellen van het Rouwpaspoort. Het was alsof ik over mijn eigen tijdlijn terugreisde naar mijn jongere ik. En het in gedachten invullen en vasthouden van het Rouwpaspoort, was troostend en super waardevol. Nu hoop ik dat het zoveel mogelijk kinderen, leerkrachten en ouders mag bereiken en inspireren.

´Het was alsof ik over mijn eigen tijdlijn terugreisde naar mijn jongere ik.´

Verlies op school

Wanneer een kind persoonlijk verlies meemaakt, is dit ook voor school een heftige gebeurtenis. Het Rouwpaspoort geeft geen handleiding maar benadrukt dat er een verandering is. Het is belangrijk dit soort momenten te markeren.  Dit ondersteunt kinderen in het verhaal dat ze over zichzelf kunnen vertellen. Het Rouwpaspoort is een document dat verbinding legt: connectie tussen school en thuis, connectie tussen de leerkracht en het kind en connectie tussen het kind en de rest van de klas.

Lege handen

Wat ik vaak hoor is dat leerkrachten iets in handen willen hebben: praktische handvatten. Juist wanneer je niet meer dan ooit kunt voelen dat je met lege handen staat. Het Rouwpaspoort werkt twee kanten op in het contact tussen kind en leerkracht. De leerkracht heeft iets in handen waarmee het contact kan leggen met het kind: erkenning. Geen heel begeleidingsplan, maar herkenning gedurende de rest van het schoolleven. Omdat je een verlies niet in één schooljaar overleeft. Het paspoort voorziet in handvatten voor de leerkracht om een kind te volgen en om te luisteren. Tegelijkertijd ontwikkelt het kind eigenaarschap. Het kind leert dat het mag aangeven waar het behoefte aan heeft.  En op deze manier krijgt een kind al op jonge leeftijd mee dat ieder rouwproces uniek en persoonlijk is.   

´Een verlies overleef je niet in één schooljaar.´

Gevoel

En zo nam het maakproces me ook weer een stukje mee naar mijn jongere ik. Regelmatig bedacht ik me welk gevoel het me had kunnen geven. Een bewaardocument helemaal voor mij. Met aandacht voor die gebeurtenis die mijn leven voorgoed veranderde, die 29e januari in 1989. De kinderlijke onbevangenheid was ik kwijt: niets was meer vanzelfsprekend. En nooit meer stapte ik ergens in zonder angst. Tot in mijn volwassenheid zorgt dit regelmatig voor een belemmering. De leerkracht zou mijn verdriet en pijn niet willen oplossen of doen of het er niet is. Integendeel, de leerkracht zou mij het Rouwpaspoort aanreiken. Misschien met erkennende woorden erbij. Ik zou beginnen met invullen. Mijn naam, mijn adres, mijn leeftijd, de groep waar ik in zat op dat moment. En dan zou ik weten dat dit Rouwpaspoort speciaal voor mij is.

´En dan zou ik weten dat dit Rouwpaspoort speciaal voor mij is.´

Vertellen

Wat ik moeilijk vond om te vertellen, dat zou ik ook opschrijven in mijn Rouwpaspoort. Er is een speciaal vakje voor ‘Dit gebeurde er’. Dat ik hem vond in zijn bed. Dat hij hetzelfde lag en dat ik dacht: ‘hij is toch niet dood’. En nu ik dit als volwassene schrijf zijn er nog steeds tranen in mijn ooghoek. Ze laten met niet schrikken maar bevestigen me in een continuïng bond. De connectie die daar altijd is en zal zijn.

‘Hij is toch niet dood? ‘

Kalender

En ik denk dat ik op mijn jaarkalender zou zetten: zijn verjaardag, zijn sterfdag. Dagen met extra beleving en veel pijn. Het waren de dagen dat mijn ouders elk jaar kaartjes kregen. Ik zou de data omlijsten met een mooi symbooltje: een hartje van goud bijvoorbeeld. Misschien met glitter, want volgens mij hield ik daar als kind ook al van. En hoe mooi als een leerkracht geweten had van deze speciale data, een kaart voor mij zou pure erkenning zijn of misschien een kaarsje in de kring. Een samen-moment in de klas waarbij ook andere kinderen hun verhaal zouden kunnen vertellen.

‘Ik zou op het blad met belangrijke levensgebeurtenissen invullen: 29 januari 1989 gemarkeerd. Misschien versierd met een glittertje.’

Heen-en-weer

Af en toe zou ik het Rouwpaspoort mee naar huis nemen. Ik zou er een foto inplakken van Bastiaan en mij samen: op de Ik denk aan je bladzijden. Soms zou ik er meerdere keren per dag naar toe bladeren en soms misschien dagen of weken niet. Omdat de rouwbehoefte verandert en meegroeit met de ontwikkeling van een kind. Zoals mijn foto vroeger in mijn kamer verhuisde en weer een andere plek kreeg in mijn kamer. De ene periode wilde ik de foto goed kunnen zien, en in een andere periode juist niet.

Tranen

En elke keer wanneer ik het Rouwpaspoort opensloeg, zou ik de gekleurde tranen zien. Deze symboliseren de tranen die ik gehuild heb en de tranen die ik niet gehuild heb maar wel diep vanbinnen voelde: mijn gouden traan die er altijd zal zijn. Want verlies gaat niet alleen over verdriet, maar zeker ook over ontdekken waar de glinsteringen in jouw gouden traan zitten en over verder leven en verbinding. Waar vind je kracht, wat zorgt voor ontspanning, welke stimuli zetten herinneringen aan, welke mensen zijn belangrijk en welke rituelen zijn ontstaan?

Eigenaarschap

Het maken van het Rouwpaspoort heeft mijn jongere ik met terugwerkende kracht eigenaarschap gegeven. Veelal wordt eigenaarschap in het onderwijs geformuleerd als de mate waarin een kind verantwoordelijkheid neemt voor zijn leerproces. En tegelijkertijd is het erkennen en ontwikkelen van eigenaarschap ook op sociaal-emotioneel vlak zo onwijs belangrijk. Rouwen is leren en ervaren dat je dit op jouw eigen wijze manier doet. Leren dat jouw levensverhaal vanaf nu voor altijd anders is. Leren dat er niet één manier is voor omgaan met dit verlies. Leren en ontdekken dat je een schat aan krachten en talenten hebt om dit verlies te integreren. Leren dat ook andere kinderen ingrijpende gebeurtenissen meemaken. Het Rouwpaspoort gaat uit van eigenaarschap: je leert door middel van dit paspoort dat jouw verlies er altijd bij hoort. Een kind ontvangt en voelt hiermee de boodschap dat het mag denken, voelen en zeggen: ‘Ik mag je missen’ en ‘Mijn verlies hoort voor altijd bij mij, ook ieder schooljaar‘.

‘Mijn verlies hoort voor altijd bij mij, ook ieder schooljaar.’

Neem de kracht van een kind niet af

Ook heb ik in het  maak-proces er regelmatig over nagedacht over hoe het zou zijn geweest als iemand mijn verdriet had gepakt: stel dat dit had gekund.  En dat het dan was opgelost. Weg de pijn. Weg verdriet en gek gevoel. Weg gevoel anders te zijn. Geen hyperventilatie, weg vermoeiende gedachtes. Ik probeerde ’s avonds tot hoever ik komen ademen. Het wegnemen van mijn verdriet had me niet geholpen. Dat had een bepaalde kracht van me weggenomen en een puzzelstukje van mijn levenspuzzel zou voor altijd ontbreken. Vanaf het moment dat mijn broertje overleed, hoorde het verdriet bij evenals de mooie herinneringen en mijn eigen schatten die ik ontwikkelde en ontdekte.

Samen gouden tranen laten glinsteren

Ik had graag willen opgroeien met een kracht om altijd te durven vertellen. En ik zou willen opgroeien met iets meer kennis over rouw. Omdat ik lang dacht dat ik gek was. Dat er aan mij iets helemaal anders was. Terwijl het eigenlijk helemaal niet gek was, maar een normale reactie op een abnormale situatie. Met terugwerkende kracht heb ik mijzelf begrepen. En ik gun het de kinderen die nu op school zitten om echt gezien te worden met aandacht voor hun hele levensverhaal. En het Rouwpaspoort kan daarbij ondersteunen. Samen gouden tranen laten glinsteren!