Blog

Over de dood, Sofie Jans & Madeleine van der Raad

Op school hebben we boeken over uiteenlopende onderwerpen. Hoe mooi dat in de Willewete serie nu ook een boek gemaakt is over de dood. Want ook hier willen kinderen over leren. Over het algemeen hebben de kinderen vanuit hun ontwikkeling en persoonlijke ervaringen de behoefte om de dood en alles wat er mee te maken heeft te onderzoeken en te ontraadselen. Dit boek ondersteunt ons volwassenen in het toegankelijk maken van dit onderwerp en geeft ons handreiking om in te tunen op de taal en belevingswereld van de kinderen. Dit boek sluit perfect aan bij mijn missie om rouw en verlies te integreren in het onderwijs. In deze blog beschrijf ik de hoofdpunten uit het boek, geef ik achtergrondinformatie over leren over de dood en ik sluit af met enkele tips voor in de klas.

Huisdier

Er is gekozen voor een toegankelijke en herkenbare (voor veel kinderen) situatie om dit onderwerp te introduceren. We maken kennis met John, Chloë en hun hond Amber. De kinderen houden van spelen met hun geliefde hond, maar dan gaat Amber dood. Er wordt gekozen voor eerlijke taal en een duidelijke heldere uitleg. De keuze voor dit onderwerp kan zorgen voor een veilige en vertrouwde basis om verder op ontdekkingstocht te gaan door het boek en meer te leren over de dood.

Wist je dat

Misschien herken je het wel dat je een vraag van een kind krijgt waar je het allerliefste een hulplijn voor zou inschakelen. Dit boek speelt mooi in op de thematieken die ik in veel vragen van kinderen herken. En de tekst en wist-je-datjes die je in dit boek vindt, geven daar een helder antwoord op. Het effect van het bespreken van deze onderwerpen voor jou als begeleidende volwassene, ouder of leerkracht is dat je de bevestiging krijgt dat je dit onderwerp met kinderen mag en kan bespreken. Eén wist je datje sprak me in het bijzonder aan. Dit wist je datje benoemt dat de dood niet besmettelijk  is. Toen ik als jong meisje mijn broertje verloor, was één van de eerste vragen die ik stelde: ‘Gaan wij nu ook dood?’ Dit blijft me altijd bij en ik vind het daarom extra mooi dat dit beschreven wordt in dit boek.

Leren over de dood

Rond de leeftijd van tien jaar kunnen de meeste kinderen het concept dood begrijpen als een biologische gebeurtenis en dat dit onvermijdelijk gebeurt met alle levende wezens. Ook begrijpen kinderen rond deze leeftijd dat de dood uiteindelijk veroorzaakt wordt door een onomkeerbare afbraak van het functioneren van het lichaam. Belangrijk om te weten is dat voorafgaand aan dit ‘volledige’ begrip kinderen stoeien met en leren over een aantal sleutelbegrippen omtrent de dood. Eveneens fijn om deze sleutelbegrippen te kennen als achtergrond bij dit boek en om iets meer te begrijpen over hoe kinderen leren over de dood. Het benadrukt dat een boek over dit onderwerp een mooie bijdrage is aan de brede ontwikkeling van kinderen waar ook ‘de dood’ in thuishoort.

Sleutelbegrippen

In verschillende onderzoeken worden vijf sleutelbegrippen beschreven die kinderen te ontwikkelen hebben, voordat ze het biologische aspect van de dood volledig kunnen begrijpen. Soms worden meerdere factoren toegevoegd zoals onvoorspelbaarheid en persoonlijke sterfelijkheid. In de onderzoeken die ik heb gelezen, werden deze twee onderwerpen niet meegenomen. Daarom richt ik me voor een overzichtelijk geheel op onderstaande sleutelbegrippen. De begrippen zijn weergeven op volgorde van verwerven.

  1. Onomkeerbaarheid. Kinderen moeten nog leren en kunnen begrijpen dat de dood definitief is. En dat je niet eventjes dood kunt zijn. Kinderen snappen gedurende hun ontwikkeling steeds beter dat de dood definitief is en dat er geen terugkeer naar het leven mogelijk is.
  2. Onontkoombaarheid. Het begrip dat alles wat leeft ook eens dood gaat.
  3. Toepasselijkheid. Het begrip dat alleen levende dingen dood kunnen gaan.
  4. Beëindiging. Het begrip dat alle processen in een lichaam op zullen houden te functioneren waarop de dood zal volgen.
  5. Causaliteit. Het begrip dat dood uiteindelijk veroorzaakt wordt door afbraak van lichamelijke functies.

Eerlijk informatie

De sleutelbegrippen die ik hierboven beschreef zie je terug in de eerste onderwerpen van het boek. Zo wordt er aandacht besteed aan dat alles wat leeft, op een dag sterft. En ook hoe je kunt sterven en wat er dan met het lichaam gebeurt, is een belangrijk onderwerp in het boek. De taal is eerlijk en perfect afgestemd op het communiceren met en vertellen aan kinderen. Dood zijn is voor altijd is de titel van een alinea die gaat over lichamelijke processen die stoppen en die onomkeerbaar zijn. Samen met vriendelijke tekeningen vormt de uitleg van deze sleutelbegrippen een belangrijke basis van het boek. Ook afscheid nemen, de crematie of begrafenis en welke emoties kunnen komen kijken bij iemand missen worden besproken.

De levensreis

Het stukje zingeving en wat je gelooft of bedenkt bij ‘na de dood’ wordt bespreekbaar gemaakt bij het onderwerp ‘De levensreis’. Dit kan in een klas het gesprek mooi op gang brengen over verschillende gedachten hierbij. Waarschijnlijk zal je herkennen dat kinderen hierin verschillende achtergronden mee de klas in nemen. Wanneer je deze bladzijden openklapt kun je samen met de kinderen op ontdekkingstocht gaan bij verschillende ceremonies en rituelen van over de hele wereld. Het kan een mooie aanvulling zijn om kinderen op te laten zoeken op welke manier er binnen hun eigen cultuur vorm gegeven wordt aan afscheid nemen en herinneren.  

Verder leven

‘Hoe gaan we nu verder?’ is één van de laatste onderwerpen van het boek. De tekeningen die dit onderwerp omlijsten zijn vrolijk en licht. Ik denk dat dit op fijne wijze benadrukt dat verdriet en plezier naast elkaar kunnen bestaan. Én dat verlies dat je hebt meegemaakt voor altijd een onderdeel van je leven zal zijn. Ook worden er allerlei suggesties gegeven om herinneringen vast te houden. Ik ben er absoluut een voorstander van dat kinderen het werkwoord herinneren leren vormgeven en kunnen voorzien van inhoud dat past bij hun eigen leven.

Jou vergeten we niet 

Met een rustige lichte tekening, een erkennende boodschap en een praktisch handvat sluit het boek af. De zin ‘Jou vergeten we niet’ erkent de voortdurende band die blijft bestaan over de grenzen van leven en dood heen: erkenning! Het praktische handvat, het maken van een herinneringendoos, is zeer bruikbaar voor in de klas. De uitwerking van deze werkwijze benadrukt mijns inziens dat je in de klas (en ook thuis natuurlijk) altijd toegankelijke materialen dichtbij hebt om te herinneren en te herdenken.

Iets meer kennis

Misschien is leren over de dood en accepteren dat dit onderwerp ook in de levens van kinderen thuishoort, wel één van de moeilijkste en meest complexe onderwerpen ten aanzien van de kindertijd. Leren over de dood en ervaren dat dit een onderdeel is van het leven, is heel essentieel in de ontwikkeling van kinderen. Iets meer kennis over dit onderwerp kan ons ondersteunen in het gesprek met ouders, kinderen en collega’s. We zullen minder schrikken van opmerkingen, vragen en spel van kinderen. Als we ons iets meer verdiepen in deze thematiek, weten we dat kinderen gedurende hun ontwikkeling grip proberen te krijgen op de dood en wat dit in algemene zin maar ook specifiek met betrekking op het eigen leven, betekent. En daar draagt dit boek op een hele fijne wijze aan bij!

Tips voor in de klas

  • Volgen. Welke kinderen in jouw klas hebben persoonlijk verlies meegemaakt. Doe hiervoor de gouden tranen brainstorm. Je hebt dan extra op je netvlies welke kinderen je een beetje extra in de gaten houdt ten aanzien van die onderwerp. Je kunt de gouden tranen brainstorm onder aan deze blog downloaden.
  • Wat weten we al over ‘de dood’. Maak samen met de kinderen een woordweb over de dood. Dit biedt mooie informatie voor jou als leerkracht. Op deze manier verkrijg je meer inzicht over wat de kinderen al weten.
  • Vragen. Het kan voor kinderen fijn zijn om vragen die ze hebben over dit onderwerp, op te schrijven of in een doosje te stoppen. Waarschijnlijk worden de meeste vragen met behulp van dit boek beantwoord. Heb je meer informatie nodig om een vraag te beantwoorden, dan kun je deze voor kinderen (of samen) later opzoeken. De ruimte die kinderen krijgen voor vragen, is nog vele malen belangrijker dan de goede antwoorden. De vragen van kinderen verzamelen en een plek geven in de klas, draagt bij aan het bespreekbaar maken van een soms zo beladen onderwerp.
  • Jou vergeten we niet. Deze zin kan een starter zijn voor een gouden levensles in de klas. Kinderen kunnen om de beurt vertellen wie ze niet willen vergeten. Zorg eventueel voor een blad met deze tekst erop en laat kinderen tekenen en schrijven wie ze niet willen vergeten. Ook kan de tekst die aan het einde van het boek staat een mooie tekst zijn voor op een erkennend kaartje voor een kind. Denk bijvoorbeeld aan speciaal kalendermoment of een speciale periode waarin de werkwoorden herinneren en herdenken extra centraal staan.
  • Mijn ritueel. Welke rituelen zijn thuis van grote waarde? Kinderen kunnen hierover vertellen aan elkaar. Ook mooi om een kind in zijn eigen cultuur op zoek te gaan naar welke gebruiken en rituelen bij afscheid er zijn. Eventueel kan hier een presentatie van gemaakt worden en kunnen de kinderen aan elkaar vertellen.

Tips voor glinsterende gouden tranen

Wil jij mijn tips voor glinsterende gouden tranen ontvangen? Laat je e-mailadres achter en schrijf je in!